vrijdag 16 maart 2012

Vrije tekst

Mijn jas nog aan, de deur nog dicht, denk ik: "Niet doen! Je gaat het niét doen!"
Door het raam zie ik al kruimels op het aanrecht, geraspte kaas, mayonaise !
Deur open, tas op zijn plek, kruimels opvegen.
"Hoi mam!" "Niet doen, niet doen!" - Mantra
"Kun jij die etensresten niet even opruimen?....."
"Niet doén.... niet doen",  "........en ik viel bijna over je schoenen".
"Leuke dag gehad, mam?"
"Eerst jas uit, zitten, ademhalen, niet kijken, luisteren, focussen!"
"Ja, leuke dag..... en jij?"

woensdag 14 maart 2012

Heb je even?


[Deze tekst verschijnt in maart 2012 ook als column op de website van Chronos - Alumni - Pabo Groenewoud Nijmegen]


Vraagje
Hou jij van verandering? Of ben je iemand die zegt: “Nee, laat het maar blijven zoals het is”. “Never change a winning team”?. Of “We doen het altijd al zo, dus waarom veranderen?”. En als je naar je eigen onderwijspraktijk kijkt, denk je dan “Ja, dit is nog steeds een winning team!”. Of denk je eerder: “We redden het nog steeds, maar hoe lang nog?”.

Krappe jas
Er zijn van die momenten dat ik merk dat we de inzichten die we de laatste 20, 30 jaar hebben gekregen (over opvoeding, leerstijlen, stoornissen, begaafdheden, leerbehoeften…..), stoppen in een schoolsysteem dat zo’n 100 jaar geleden ontstaan is. En dat voelt bij mij dan als een iets te krappe jas. Als ik voorzichtig aangeef dat ‘de school’ misschien echt drastischer zou moeten veranderen, hoor ik collega’s verzuchten: “…alweer van alles veranderen, we hebben de laatste jaren al zoveel moeten veranderen…”. En: “Die veranderingen hebben niets opgeleverd, ja toch wel, een hogere werkdruk!”. Maar is er écht veel veranderd in de organisatie van scholen, de laatste jaren? Behalve dan dat die werkdruk toenam? Als we het gevoel hebben dat er al zoveel veranderd is, waarom knellen die veranderingen dan zo?

Omdenken
De afgelopen maanden lees en hoor ik voorbeelden van hoe niet-passend het passend onderwijs is. Er is al te weinig geld, en er wordt nog meer bezuinigd. Waardoor het nóg minder goed zal gaan passen. Maar is dat de werkelijke en enige reden dat het passend onderwijs niet past? Dat ik leerkrachten hoor zeggen dat ‘ze dit kind er eigenlijk niet meer bij konden hebben’. Ik vraag me af of de school, die wij allemaal zo goed kennen, met klassen van 25-30 kinderen, met een leerkracht die leidt en kennis overbrengt, nog wel past? We hebben, zeker in de toekomst, maar ook nu al, te maken met veel verschillende leerbehoeften. We krijgen steeds meer te maken met zeer bruikbare hulpmiddelen via computer en internet. We gaan in ons onderwijs steeds meer uit van kennisconstructie, in plaats van kennisoverdracht. Het wordt steeds duidelijker dat de maatschappij ons vraagt om kinderen voor te bereiden op een maatschappij die wij zelf nog niet kennen. En tegelijkertijd werken de meesten van ons nog steeds in dat oude systeem. Jaarklassen, combinatieklassen, stamgroepen met een eigen lokaal, met één meester of juf. Ik vraag me dus af: wát is het nou precies, dat niet past?

Ter inspiratie

Wil je zelf inspirerende voorbeelden geven? Deel ze dan! Bijvoorbeeld via @JacqParijs (twitter)

zaterdag 7 januari 2012

Vakantie

Jacqueline's weblog alweer gestopt?
Van verschillende kanten (niet van veel kanten, maar van verschillende kanten) heb ik de afgelopen tijd de vraag gekregen of ik nog door zou gaan met mijn weblog. En ik moet toegeven, de berichten-stroom stopte zo abrupt als ze begonnen was. Had ik geen tijd? Hoewel het heel druk was, kan ik niet zeggen dat dit de echte reden was. Er gebeurde veel, ik leerde ontzettend veel en ik ontdekte dat ik nog veel meer zou willen leren en ontdekken. Er was misschien wel tijd voor het weblog, maar geen ruimte. Toch is het niet mijn bedoeling het hierbij te laten. Er is genoeg te vertellen en schrijvend reflecteren bevalt me eigenlijk heel goed.

Kerstmis
Voordat de kerstvakantie begon, speelden de kinderen uit onze kleutergroep voor collega F. en mij het kerstspel. Het was geweldig. Hoewel Jozef veel kleiner was dan Maria, de herders het heel moeilijk vonden om niet met hun stokken te zwaaien op dat kleine podium, het stro in de kribbe er echt om vroeg om opgepakt en weggegooid te worden, waren wij erg tevreden over het resultaat. Het spelen van het kerstspel doen wij op deze school zonder publiek. De ouders brengen de kinderen verkleed naar het lokaal en vertrekken naar de aula waar ze een kopje koffie drinken en elkaar ontmoeten. Een aantal ouders vind het jammer niet te mogen kijken naar het kerstspel. Dat begrijp ik wel, ze willen zien wat hun kind ziet, doet, meemaakt, presteert. Maar toch ben ik er zelf heel blij mee dat we 'onder elkaar' zijn. Het echt samen spelen, zonder toeschouwers, zorgt voor een heel mooie sfeer. Het kerstspel wordt op die manier echt 'beleefd'. Tijdens zo'n bijeenkomst zijn wij echt allemaal zeer betrokken bij de viering. En de ouders? Die komen na het kerstspel de klas in en genieten van de liedjes die we dan nog zingen en de koekjes die er worden uitgedeeld.

Opruimen
Het opruimen van de kerstspullen hebben we vooral op de laatste schooldag gedaan. Samen met de onderwijsassistent en een aantal kinderen hebben we de kerstboom leeggehaald, versieringen opgeborgen, kerstknutsels klaargelegd om mee naar huis te geven. In de vakantie vind ik het dan nog wel even fijn om wat extra op te ruimen. Er lagen nog wat spullen die te maken hadden met het herfsproject, hier en daar slingerden nog wat Sintspullen.... Opruimen en alles klaar maken voor het nieuwe jaar en het nieuwe thema is dan heerlijk om te doen. Extra leuk is het om dan een of twee collega's te ontmoeten. De één met stofzuiger, de ander met lappen voor een nieuwe thematafel. Voor mij hét moment om (weer) eens wat bij te leren nadat ik vraag 'hoe doe je dat eigenlijk?'. Zo leer ik steeds meer over dat toch wel heel specialistische werk van kleuterjuf.

Sociale media en school
In de wandelgangen probeer ik collega's enthousiast te maken voor het gebruik van ICT in de klas of voor uitbreiding van hun netwerk binnen het onderwijs. Langzamerhand beginnen steeds meer collega's vragen te stellen. Om te weten wat er in het onderwijs, op het gebied van de vakgebieden, maar ook op het gebied van ICT speelt, maak ik gebruik van twitter via Jacqparijs. Ik volg voornamelijk collega's die werkzaam zijn in het basisonderwijs in Nederland, maar sommige collega's uit het Voortgezet Onderwijs zijn ook interessant om te volgen. De collega's die ik volg, volgen mij ook. We tweeten in korte berichten van 140 tekens over interessante onderzoeken, websites, projecten, handige weetjes. Via deze twittercontacten heb ik bijvoorbeeld kennis gemaakt Prezi, een mooie en vrij nieuwe manier om je boodschap aantrekkelijk te presenteren, vertelt @school_apps me veel over apps in het onderwijs, verzamelde ik vele berichten over de brede school en vertellen vele collega's over hun ervaringen. Wat hebben mijn collega's die ik alleen via twitter ken, mij al vaak geholpen! Met de toevoeging #durftevragen of #dtv krijg ik eigenlijk altijd antwoord! Het verzamelen van bronnen over allerlei onderwijs-onderwerpen organiseer ik sinds een jaar met behulp van Yurls. Vele collega's die ik 'ken' via twitter doen dit overigens ook. Dus als ik iets zoek op welk onderwijsgebied dan ook, maak ik gebruik van mijn netwerk, via twitter of yurls. En ik kan het iedereen aanraden.

Apps maken voor dummies
Over twee dagen begint het weer, het rennen, draven, combineren, leren, en vooral proberen rustig te genieten van het werk dat ik mag doen. En hoewel ik me had voorgenomen om in de kerstvakantie tijd te steken in de vraag of ik zelf een app-je zou kunnen maken, vind ik het eigenlijk helemaal niet zo erg dat ik ervoor gekozen heb om te genieten van de stilte en rust en (relatief!) laptop-loze vakantie. Mocht jij daar de komende tijd zin in hebben en er ook nog tijd voor vrij te kunnen maken, dan kun je altijd even klikken op 'Apps maken voor dummies'. Je kunt altijd even grasduinen op mijn Yurls om te kijken of er interessante bronnen voor jou te vinden zijn. Wie weet ga je zelf wel zo'n Yurls maken! Of ga je twitteren om een heel ander netwerk op te bouwen dan je tot nu toe deed. Kom op, verbaas jezelf! Het is echt niet moeilijk! Enne... laat het me dan even weten!

Intussen ga ik aan de slag met een groepje dyslectische kinderen in de bovenbouw, maak ik kennis met ons gloednieuwe leerplein dat komende week in gebruik wordt genomen (en waar ik me bezig houd met onze eigen Wiki en ons nieuwe registratiesysteem) en houd ik 'mijn' stagiaires in onderbouw en bovenbouw in de gaten. En ga ik weer genieten van de kleuters. Ik heb er zin in. Maar ik maak ook tijd voor mijn weblog, dat beloof ik.

Alvast een heel fijne nieuwe week gewenst!

donderdag 3 november 2011

Donderdag

Over een dikke week is het Sint Maarten. Voor de grotere kleuters niks nieuws. Heel stoer vertellen ze wat ze er over weten, van vorig jaar. Voor de kleintjes is het nieuw. Ik vertel over de optocht die we lopen, als het al donker is. Dat de kinderen met een lampionnetje, samen met papa en/of mama en broertjes en zusjes, met alle kinderen van de school, mee mogen lopen. En dat de juffen en meesters er ook bij zullen zijn. Dat er gezongen wordt en we allemaal samen heel veel lichtjes meenemen, aan het begin van een periode waarin het 's avonds steeds donkerder wordt.

Tijdens het buitenspelen komt N., een oudste kleuter, naar me toe. Hij heeft veel vragen. N.'s ouders komen uit Servië en ze spreken nog nauwelijks Nederlands. En voor N. (wiens woordenschat in het Nederlands nog klein is) is het niet altijd gemakkelijk alle verhalen van mij en van andere kinderen te begrijpen. Tijdens kringgesprekken stelt hij gelukkig vragen, als hij iets niet begrijpt. Maar soms is dat voor hem ook moeilijk. Als je wel weet wat je wilt vragen, maar als je niet weet welke woorden daarbij horen, dan houdt het op. Ik vind het knap van N. dat hij toch blijft proberen vragen te stellen. Ik heb hem ook uitgelegd dat hij altijd mag vragen en dat we dan samen op zoek gaan naar wat hij wil weten. Maar soms lukt hem dat niet. Dan komt hij bij het buitenspelen naar me toe. Ook goed!

N. wil na ons kringgesprek over de lampionnenoptocht graag weten of hij, als hij op school geen lampion kan maken, dit dan thuis kan doen. Ik leg hem nog een keer uit dat we in groepjes van 6 gaan beginnen met het werken aan de lampion en dat iedereen aan de beurt komt, zodat alle kinderen op 11 november een eigen lampion op school gemaakt hebben. Ik stel hem, denk ik, gerust. Ook wil N. weten of hij dan die dag heel lang op school moet blijven. Tot het donker wordt. Ik bedenk dat dit misschien een vraag is die meer jongste kleuters bezig houdt. Ik heb immers niet precies verteld hoe zo'n dag verloopt, als je 's avonds op school de lampionnenoptocht gaat meelopen. Straks nog even bespreken met de andere kinderen. Verder maakt N. zich zorgen om het feit dat zijn papa en mama niet samen met hem kunnen meelopen. Zijn kleine broertje is dan immers alleen thuis en dat kan niet. Als ik hem vertel dat zijn broertje ook mee mag komen, als papa en mama graag samen met hem willen lopen, lijkt hij weer een probleem in zijn hoofd weg te strepen.  Hij ziet ook meteen hoe dat moet, met zijn kleine broertje die nog niet kan lopen. Daarvoor hebben zijn ouders zo'n ding waar hij in kan zitten. Ah, zeg ik, hebben jullie een buggy voor jouw broertje? Hij kijkt een beetje weifelachtig en zegt... ja, dat hebben wij.

Er zijn al 11 lampionnen bijna af. Die van N. is er ook bij. Hij heeft er trouwens tussen de middag thuis ook alvast één gemaakt. Het stokje met het lampje heeft hij ook al bij zich. Ik denk dat het gaat lukken, dat N. vrijdag 11 november mee gaat lopen. Morgen even aan zijn ouders vragen of ze begrepen hebben wat de bedoeling is.

Wist je trouwens dat het voor kinderen als N. heel belangrijk is dat zijn ouders, die nauwelijks Nederlands spreken, veel met hem praten? In hun eigen taal! Als een kind veel woorden kent in de taal van zijn ouders, dan kan het de woorden die het op school leert, koppelen aan woorden of begrippen die het kent uit de taal die zijn ouders spreken. Hiermee maakt het grotere kans om woorden en begrippen die het leert, beter te begrijpen en te gaan gebruiken. Ik zal het N.'s ouders binnenkort op het 10-minutengesprek zeker zeggen.

woensdag 2 november 2011

Woensdag (au!)

Omdat de kleuters en ik vandaag gaan kijken naar de kleuren van herfstbladeren, ga ik voordat ik naar school fiets in de tuin (en die van buren) op zoek naar takken met mooie herfstbladeren. Een mooi boeket in een mooi papiertje zal het begin zijn van een gesprek over de kleuren van de herfst. Omdat ik een beetje laat ben, fiets ik flink door. Vanuit de verte zie ik dat het hek aan de achterkant van de school nog dicht is. Omrijden dan maar. Met mijn fiets met grote mand aan het stuur maak ik een scherpe bocht omdat ik snel wil omdraaien zodat ik snel naar de voorkant van de school kan fietsen. Het is al te laat als ik bedenk dat het maken van dit soort scherpe bochten met mijn fiets gevaarlijk is. De mand met zware boekentas en laptop trekt me met stuur en al naar beneden. Jeetje, dat is lang geleden... ik ben gevallen!

Na een kopje koffie en lieve zorg van de collega's strompel ik naar het kleuterlokaal.  Het icepack dat iemand me in mijn handen heeft geduwd, heb ik nog vast als ik ieder kind dat binnenkomt goedemorgen wens. Uiteraard willen de kinderen weten waarom ik dat blauwe ding bij me heb. Ze kennen het wel, maar wat moet ik er mee? Ik kijk naar mijn zorgvuldig bijeengezochte herfsttakken, nota bene de reden van mijn haast, en bedenk dat we het daar morgen ook nog wel over kunnen hebben. Broekspijp omhoog,  alle kinderen stil. Muisstil. En dan gebeurt het: er ontstaat een gesprek over vallen, opstaan, pijn, verdriet, troosten, helpen, verzorgen, soorten wonden, huilen, strompelen (wat is dat eigenlijk, strompelen?), hinken, rennen, hollen, blauwe plekken die ook nog allerlei andere kleuren kunnen krijgen (ja, echt, paars!), pleisters, verband, pincetten, ziekenhuis. En er wordt niet alleen gesproken en geluisterd. De prachtigste beelden laten ze zien als ik vraag "hoe ziet dat er uit?".

Die herfstkleuren doen we morgen. Met een (of twee) paracetamolletjes....

dinsdag 1 november 2011

Dinsdag

Vandaag fiets ik om kwart voor acht naar school. Iets later dan op andere dagen, omdat de stagiaire een groot deel van de activiteiten heeft voorbereid en klaargezet. Kort bekijk ik de doelen die hij voor zichzelf heeft opgesteld. Later op de dag wil ik ze even bespreken. Leerdoelen bij een activiteit kun je het beste direct koppelen aan concreet waarneembaar gedrag dat daarbij hoort. Deze student heeft dat al goed gezien.

We starten op dinsdag altijd in de stamgroep (groep 6-7-8). Dit betekent dat we activiteiten doen met kinderen van soms 8, in elk geval 9, 10, 11 en soms al 12 jaar. Voor een zo heterogene groep is het pedagogisch klimaat iets waarmee je als leerkracht misschien nog bewuster bezig bent dan in een reguliere jaargroep. In deze groep heerst een heel rustige, gezellige, veilige sfeer. Toch blijf ik alert. Zaken waar we niet trots op zijn of waarvan we weten dat de juf er niet blij mee is, gebeuren niet voor je neus, maar als jij er even niet bent. Contact maken en houden met alle kinderen in de groep is dan super belangrijk. Maar ik geniet vooral van deze groep heel open, vriendelijke en naar elkaar toe heel behulpzame kinderen.

Om kwart over tien, na de pauze, vertrekken de 7e- en 8e-jaars naar een ander lokaal, waar ze op hun eigen niveau instructie krijgen in de vakgebieden rekenen, spelling en taal. De 6e-jaars blijven bij ons voor instructie in rekenen, spelling en taal, en er komen uit twee verschillende andere stamgroepen 6e-jaars kinderen bij. Een andere samenstelling, andere behoeftes en een duidelijk andere dynamiek. Hier is consequent zijn en herhalen van regels en afspraken van groot belang om de rust te bewaren.

Om 12.00 uur heb ik een voor-overleg over de door ons in te richten wiki voor het leerplein. Een collega en ik hebben in de vakantie een wiki-omgeving uitgeprobeerd en we zullen verslag doen van onze ervaringen aan de leerplein-ontwikkelaars en onze directeur. Verder zullen we bespreken hoe we de wiki in het binnenkort te openen leerplein zullen gaan 'invoeren'.

Om 13.00 uur brengen we verslag uit en bespreken we het vervolgtraject. Hoewel we aanvankelijk denken in structuren, presentaties, afspraken, workshops en 'eisen' voor leerlingen en collega's, besluiten we al snel te gaan werken vanuit de kracht van het enthousiasme van een aantal leerkrachten en leerlingen die dit graag willen. We verwachten dat dit enthousiasme het werk zal doen en dat leerkrachten en vooral leerlingen elkaar gaan leren om resultaten en producten vanuit het leerplein op de wiki te presenteren. Vanaf nu is het zaak om over de wiki zelf afspraken te gaan maken en de wiki gebruiksklaar te maken. We krijgen met het werken met de wiki straks de kans om aan verschillende doelen te werken. Op het gebied van ICT en mediawijsheid, maar zeker ook op het gebied van taalvaardigheid (denk aan presentatie, verzorging, spelling enz.). Het blijkt dat kinderen veel meer betrokken zijn bij het schrijven van teksten, wanneer ze weten dat deze teksten ook echt gelezen worden. Verder voorzien we dat er aan een aantal vakoverstijgende doelen gewerkt zal worden.

Wanneer ik terugkom in de groep, werkt iedereen individueel aan opdrachten die verbonden zijn aan het lopende project. De sfeer is gemoedelijk. Maar ik zie ook een paar kinderen op een heel handige wijze 'onopvallend niets doen'. Als zij aan het eind van het project hun opdrachten niet af hebben, zullen ze hier tegenaan lopen. Hierover heb ik kort een gesprekje met ze.

Om 15.45 loop ik naar mijn onderbouw-collega voor overleg en overdracht. Op woensdag, donderdag en vrijdag werk ik namelijk bij de kleuters. De collega heeft een afspraak, waardoor ons overleg niet door kan gaan. We besluiten om elkaar via e-mail op de hoogte te brengen van belangrijke zaken. Ik leg in de kleutergroep alvast wat spullen klaar en vertrek vroeg (om 16.15 uur) naar huis. Heerlijk, even op de fiets.

Thuis even bijkletsen met mijn dochter die net begint aan haar huiswerk. We werken aan dezelfde tafel. Zij aan haar huiswerk, ik aan de overdracht voor de bovenbouw-collega en aan het verslag van de wiki-bijeenkomst.

Na het avondeten besteed ik nog een half uurtje aan de voorbereiding van morgen. Gelukkig heb ik de kleuterdagen in grote lijnen maandag al voorbereid. Ik heb zin in de dagen met de kleuters. Zo anders, maar ook weer heel erg leuk.

maandag 31 oktober 2011

Maandag

Maandag is mijn vrije dag. Vandaag besluit ik, net als op veel andere maandagen, me toch maar vast voor te bereiden op de werkweek die komen gaat. Het geeft rust tijdens de werkdagen en bovendien heb ik nog een ICT-klusje te doen. Mijn eigen kinderen zijn weer naar school, de zon schijnt, het is stil in huis.

Op dinsdag werk ik sinds eind september in de bovenbouw. De tweedejaars stagiair neemt veel van de lessen voor zijn rekening, maar ik wil wel weten wat hij gaat doen. De collega die dinsdag vrij is, zal vanmiddag de dag met hem doornemen. Vanmiddag zal ik van hem het programma per e-mail krijgen. Ook de persoonlijke doelen van de stagiair en een aantal inhoudelijke doelen zal ik per e-mail ontvangen. Daar moet ik dus vanavond nog even naar kijken. Dinsdagmiddag ga ik een uurtje de groep uit voor een bespreking over een te bouwen Wiki voor ons leerplein. De school is behoorlijk in beweging. De bouw van het leerplein is in volle gang en een wiki is een mooi middel om kinderen de gelegenheid te geven resultaten, produkten en vindingen op een schoolwiki te plaatsen. Omdat ik als leerkracht geïnteresseerd ben in ICT in de klas en via twitter een netwerk heb opgebouwd van ICT-ers in het onderwijs, neem ik deel aan dit project. Dit zijn momenten waarop ik blij ben met mijn Yurls. Hierop heb ik de afgelopen twee jaar allerlei sites verzameld. Van ICT in de klas tot Brede school, van NT2 tot pubers. En dus ook over wiki's. Het 'spelen' met de wiki die wij waarschijnlijk gaan gebruiken maakt me even onzeker. Het duurt even voordat ik door heb dat je een wiki moet benaderen als een wiki en niet als een website. Gelukkig heb ik leren werken met codes (in het zogenaamde onderwaterscherm!) en valt het invoeren van tekst me gelukkig niet tegen.

Voor de woensdag bij de kleuters kijk ik alvast naar de agenda. Ik draai het gewone programma en in de middag hebben we een bouwoverleg. Voor Sint Maarten bedenk ik een lampion. Ik hou het simpel en combineer een voorbereidingsles over een bezoek aan herfsttuin De Goffert, volgende week, met het maken van een lampion. Een mooie herfsttekening gaan we maken. En die toveren wij dan om in een lampion. Maar dan moet ik wel even zorgen voor een voorbeeld. Met een wascotekening die ik insmeer met zonnebloemolie (geeft een mooi effect en stevigheid) maak ik een mooi voorbeeld voor de kinderen.

Voor de weeksluiting waarin mijn kleutergroep vrijdag over een week een presentatie mag houden, gaan we een herfstlied leren. Mijn collega is als het goed is vandaag begonnen met het aanleren van het lied. Over.... vallende blaadjes. Daarvoor gaan we blaadjes maken van papier. Even op een rijtje zetten welke materialen we nodig hebben, zodat de onderwijsassistent-stagiaire ze kan verzamelen en klaarzetten.

Hé.... is het nu alweer tijd om te koken?